Vrije voordracht 26 – Jasper De Kort, UMC Utrecht

10:35 – 10:45 – Endovasculaire Behandeling van de Ascenderende Aorta in de Vascular Quality Initiative
Drs. Jasper De Kort1,2, MD, PhD Tim Mandigers1,2, Msc Gabriel Jabbour3, MD Sara Allievi2,3, MD Sai Divya Yadavalli3, MD Vinamr Rastogi4, MD, MPH Sara Zettervall5, MD Thomas O’Donnell6, MD, PhD Joost van Herwaarden1, MD, PhD Santi Trimarchi2,7, MD Marc Schermerhorn3 1Afdeling Vaatchirurgie, UMC Utrecht, Utrecht, Nederland, 2Section of Vascular Surgery, Cardio Thoracic Vascular Department, Fondazione IRCCS Cà Granda Ospedale Maggiore Policlinico, Milaan, Italië, 3Department of Surgery, Division of Vascular and Endovascular Surgery, Beth Israel Deaconess Medical Center, Harvard Medical School, Boston, Verenigde Staten, 4Afdeling Vaatchirurgie, Erasmus MC, Rotterdam, Nederland, 5Department of Surgery, Division of Vascular Surgery, University of Washington, Seattle, Verenigde Staten, 6Division of Vascular Surgery and Endovascular Interventions, Columbia University Irving Medical Center, New York, Verenigde Staten, 7Department of Clinical Sciences and Community Health, Università degli Studi di Milano, Milaan, Italië
Introductie/Doel: Endovasculaire behandeling van de ascenderende aorta is een laatste redmiddel voor patiënten met hoog risico bij open chirurgie. Deze studie beschrijft de uitkomsten van patiënten die een endovasculaire behandeling van de ascenderende aorta ondergingen.
Methoden: Retrospectieve analyse van patiënten in het Vascular Quality Initiative (2013-2022) met een geïsoleerde endovasculaire behandeling van de ascendens. Patiënten met behandeling van de brachiocephalica of aortaboog werden uitgesloten. Primaire uitkomsten waren ziekenhuis- en perioperatieve mortaliteit. Secundaire uitkomsten waren complicaties, heringrepen en 3-jaarsmortaliteit (Kaplan-Meier-methoden). Subgroepanalyses stratificeerden de cohorte op eerdere aortachirurgie en pathologie.
Resultaten: We identificeerden 44 patiënten (76 jaar, IQR66-85; 48% mannen) behandeld in 19 centra. Pathologieën waren aortadissectie (acuut36%, chronisch11%), PAU (16%), PAU met IMH (2,3%), pseudoaneurysma (11%), post-dissectie aneurysma (9,1%), degeneratief fusiform (6,8%) en sacculair aneurysma (6,8%). Zesentwintig patiënten (59%) presenteerden zich symptomatisch, twee (4,5%) met ruptuur. Bijna de helft van de procedures werd uitgevoerd binnen 24 uur (20%) of 4 uur (23%) na acute decompensatie. Ziekenhuis- en perioperatieve mortaliteit waren respectievelijk 23% en 27%. Tijdens de operatie was er één (2,3%) type IB endoleak en één (2,3%) conversie naar sternotomie. Veertien patiënten (32%) hadden complicaties: acuut nierfalen (14%), pulmonale (11%), cardiale complicaties (6,8%), heringrepen (6,8%) en beroerte (2,3%). Geschatte 3-jaarsmortaliteit was 40%. Subgroepanalyses toonden perioperatieve mortaliteit voor aortadissectie, post-dissectie aneurysma en PAU van respectievelijk 48%, 25% en 14%. Mortaliteit na 3 jaar varieerde per pathologie (dissectie:52%, PAU:37%, aneurysma:17%).
Conclusies: Endovasculaire behandeling van de ascenderende aorta is zeldzaam, lijkt technisch haalbaar, maar gaat gepaard met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. De onderliggende pathologie lijkt de uitkomsten te beïnvloeden. Toekomstig onderzoek met grotere patiëntaantallen is nodig om de klinische veiligheid van deze procedure te bepalen en kan zich richten op de ontwikkeling van een stentgraft specifiek voor de ascenderende aorta.
- 1, 2, 3, 4
Parallel programma: Vrije voordrachten
Datum: 08 apr 2025Tijd: 09:05 - 10:45 CETModerator Wouter van der Veen