Vrije voordracht 21 – Emilien Wegerif, UMC Utrecht

09:45 – 09:55 – Intravasculaire echografie na endovasculaire behandelingen onder de knie: een observationeel onderzoek

Drs. Emilien Wegerif1, Dr. Joost Bekken2, Dr. Michiel Schreve2, Dr. Wouter Hogendoorn2, Prof. Dr. Gert Jan de Borst1, Dr. Çağdaş Ünlü2
1Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht, Nederland, 2NoordWest Ziekenhuisgroep, Alkmaar, Nederland

Introductie: Rest-stenosen beperken het vroege en middellange termijn succes van endovasculaire therapieën (EVT) onder de knie (BTK). Rest-stenosen kunnen mogelijk gemist worden door tweedimensionale informatie van digitale substractie angiografie. Intravasculaire echografie (IVUS) biedt driedimensionale real-life-informatie. Data over de associatie tussen IVUS-gedetecteerde laesies na BTK EVT en het risico op toekomstige atherotrombotische events van de onderste extremiteit (MALE) zijn echter schaars.

Ontwerp: Prospectieve observationele pilotstudie.

Methode: Vijftig patiënten met geplande BTK EVT werden geïncludeerd. IVUS werd toegepast na een succesvolle procedure middels een vooraf vastgesteld protocol ter rapportage van vaatwandkarakteristieken en intravasculaire laesies. Laesies werden gedefinieerd als: significante stenose(≥50%), substantiële vaatwandonregelmatigheden (sterk verkalkte meerzijdige scherpe vaatwandonregelmatigheden zonder significante stenose en over een langer traject), dissecties en incorrecte stentplaatsing. Follow-up omvatte duplex echografie na 3, 6 weken en 3 en 6 maanden na EVT door getrainde onafhankelijke verpleegkundigen. Primaire eindpunt was MALE (restenosen/occlusies en majeure amputatie).

Resultaten: In totaal hadden 33/50(66%) patiënten ten minste één laesie op IVUS-beeldvorming. Vergeleken met de groep zonder laesies was er geen verschil in patiënten karakteristieken. De laesies bestonden voornamelijk uit significante rest-stenosen(52%) of vaatwandonregelmatigheden(20%). Binnen 6 maanden hadden 28(56%) patiënten MALE, waaronder 23 patiënten met restenose/occlusie. In totaal hadden 21/28 (75%) patiënten met MALE een laesie op IVUS-beeldvorming. Patiënten met MALE hadden een hogere laesie incidentie op IVUS vergeleken met de groep zonder (64% versus 41%) hierdoor waren de sensitiviteit en de specificiteit voor het voorspellen van vroege en middellange termijn MALE o.b.v. IVUS gedetecteerde post-BTK-EVT laesies respectievelijk 0.75 en 0.45.

Conclusie: Deze pilotstudie suggereert een goede sensitiviteit voor IVUS in het detecteren van laesies na BTK EVT die leiden tot MALE. Uiteindelijk zou een gerandomiseerde studie het effect van interventies o.b.v. IVUS-gedetecteerde laesies na een BTK EVT moeten beoordelen. Daartoe is ontwikkeling van gestandaardiseerde definities, categorisatie van IVUS-gedetecteerde laesies en standaardisatie van operationele procedures noodzakelijk.

  • 1, 2, 3, 4

    Parallel programma: Vrije voordrachten

    Datum: 08 apr 2025Tijd: 09:05 - 10:45 CET
    Moderator Wouter van der Veen