Vrije voordracht 15 – Emilien Wegerif, UMC Utrecht

16:55 – 17:05 – Veiligheidsupdate van de CLEAR-PATH trial: 12 maanden mono- versus duale trombocytenaggregatieremmertherapie na perifere angioplastiek

Drs. Emilien Wegerif1, MSc Manon Generaal1, Drs. Linde Vijn1, Dr. Rutger van den Bor1, Dr. Peter van de Ven1, Prof. Dr. Michiel Bots1, Prof. Dr. Gert de Borst1, Dr. Çağdaş Ünlü2 1Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht, Nederland, 2NoordWest Ziekenhuisgroep, Alkmaar, Nederland

Introductie: Inschatting van het bloedingsrisico van trombocytenaggregratieremmers (TAR) na endovasculaire revascularisatie (EVR) bij patiënten met perifeer arterieel vaatlijden (PAV) is nog altijd een uitdaging en sterk afhankelijk van de individuele hoofdbehandelaar. Desalniettemin bevelen de huidige richtlijnen aan om het bloedingsrisico van antitrombotische therapieën (ATT) mee te wegen in besluitvorming welke ATT gestart wordt na EVR. Wij onderzochten de veiligheid van TAR binnen 30 dagen en 12 maanden na EVR m.b.v. data uit de lopende dubbelblinde, placebogecontroleerde gerandomiseerde CLEAR-PATH trial.

Methode: Na een succesvolle EVR werden PAV-patiënten middels randomisatie ingedeeld in de groepen clopidogrel plus placebo of acetylsalicylzuur gedurende 12 maanden. Primaire veiligheidseindpunt was ernstige bloeding (EB) volgens TIMI-classificatie binnen 12 maanden. Secundaire veiligheidseindpunten waren EB binnen 12 maanden volgens de ISTH- en BARC-classificatie, EB binnen 30 dagen volgens de 3 classificaties en alle bloedingen. De analyses werden uitgevoerd met geblindeerde data m.b.t. de behandelgroep.

Resultaten: Van augustus 2022 tot januari 2024 werden 470 patiënten gerandomiseerd: 103 patiënten hadden 12 maanden follow-up volbracht en 440 patiënten 30 dagen. Patiënten presenteerden zich met chronisch ischemie (32%) of claudicatio intermittens. De incidenties van EB binnen 12 maanden volgens TIMI-, BARC- en ISTH-classificatie bedroegen respectievelijk 1,9% (95% Wilson CI: 0,5-6,8), 1,0% en 2,9%. EB-incidenties binnen 30 dagen volgens de TIMI-, BARC- en ISTH-classificatie bedroegen respectievelijk 0,9%, 0,7% en 1,4%. Zes van de 7 EB ontstonden binnen 30 dagen na EVR, 3 van de 7 EB waren gerelateerd aan vasculaire procedures en 1 EB leidde tot cardiovasculair overlijden.

Conclusie: Binnen de prospectieve en goed gefenotypeerde CLEAR-PATH trial bleek de incidentie van EB onder TAR na EVR laag, met een milde variatie in incidentie per classificatie. EB treden vooral op in de eerste 30 dagen en waren gerelateerd aan vasculaire procedures. Gezien de lage incidentie EB gaat CLEAR-PATH door volgens oorspronkelijk studieprotocol.

  • 1, 2, 3, 4

    Parallel programma: Vrije voordrachten

    Datum: 07 apr 2025Tijd: 15:35 - 17:15 CET
    Moderator Sandra Agricola & ntb.